Flexmarkt column Juli 2021

'Maak huisvesting internationale medewerkers ‘Roemer-proof’

Het Aanjaagteam internationale medewerkers (commissie Roemer) heeft begin dit jaar voorstellen gedaan om de werk- en woonomstandigheden van internationale medewerkers te verbeteren. Nu is de politiek aan zet. Frank van Gool roept in zijn column in Flexmarkt collega-uitzenders op nu al Roemer-proof te worden

‘Kamerbreed heeft het parlement het rapport van de Commissie Roemer in februari omarmd. Er moet concreet beleid komen om de werk- en woonomstandigheden van internationale medewerkers te verbeteren. Intussen wordt duidelijk dat het met name op het gebied van huisvesting begint te wringen. Uit allerlei berekeningen valt op te maken dat er in ons land geen fatsoenlijke huisvesting is voor naar schatting 150.000 internationale medewerkers. Huisjesmelkers profiteren daar ongegeneerd van door reguliere woningen op te kopen, te ‘verkameren’ en ze dan voor woekerprijzen te verhuren. Een kleine 45.000 woningen in ons land worden op deze manier onttrokken aan de reguliere woningmarkt en vallen dus buiten het bereik van bijvoorbeeld starters.

De Commissie Roemer pleit voor fatsoenlijke huisvesting met voor iedereen een eigen kamer en voor het ontkoppelen van de arbeidsovereenkomst en het huurcontract. Hij riep met name ook gemeenten op om de ogen niet te sluiten voor de woningnood onder internationale medewerkers. Als een groot bedrijf een distributiecentrum wil vestigen in een gemeente, worden zij onmiddellijk met koffie en gebak door de wethouder ontvangen, schamperde Emile Roemer. Maar als een huisvestingsorganisatie voor de werknemers van dat distributiecentrum goede woongelegenheid wil realiseren, dan kunnen ze over drie weken met een ambtenaar overleggen.

Drie aanbevelingen uit het rapport van de Commissie Roemer:

  1. er moet een verplichte certificering komen voor uitzendbureaus en een boete voor inleners die werken met niet-gecertificeerde uitzendbureaus.

    (En malafide bestuurders moeten een bestuursverbod opgelegd kunnen krijgen, om te voorkomen dat zij steeds een ander uitzendbureau oprichten.)
  2. de registratie van arbeidsmigranten moet worden verbeterd zodat bekend is waar arbeidsmigranten wonen.

    (Hiervoor moet de Basisregistratie Persoonsgegevens en het Register Niet-Ingezetenen worden aangepast. Toezicht lig bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, de Belastingdienst en het UWV.)
  3. de huisvesting van arbeidsmigranten moet worden verbeterd. (Om afhankelijkheid van de werkgever tegen te gaan, moeten het arbeidscontract en het huurcontract losgekoppeld worden.

    En gemeenten en provincies moeten meer instrumenten krijgen om de kwaliteit van de huisvesting te waarborgen.)

‘Nu is het natuurlijk makkelijk om als ondernemers naar Den Haag te wijzen en te constateren dat het beleid nog wel even op zich laat wachten. Of om vast te stellen dat veel gemeenten hun verantwoordelijkheid niet nemen. Maar hoe zit het met onze eigen verantwoordelijkheid als werkgevers? Wat kunnen wij doen om druk te zetten op gemeenten om niet alleen het werk binnen te halen, maar ook om vaart te maken met de huisvesting van arbeidsmigranten? En wat kunnen wij zelf doen om de huisvesting van de arbeidsmigranten die voor ons werken ‘Roemer-proof’ te maken, bijvoorbeeld door deze los te koppelen van hun arbeidsovereenkomst?

Wat kunnen wij doen om druk te zetten op gemeenten om niet alleen het werk binnen te halen, maar ook om vaart te maken met de huisvesting van arbeidsmigranten?


De Commissie Roemer heeft ons laten zien dat er veel moet gebeuren om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren. Dat is niet alleen een oproep aan de overheid, maar ook aan onze branche. Ook wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Op het vlak van het werk, onze corebusiness, maar ook op het gebied van huisvesting. Sluit je ogen niet voor de werkelijkheid, ga kijken hoe de mensen wonen en stel jezelf die ene simpele vraag: hoe zou jij willen worden behandeld als je in een ander land zou werken?’