De personeelstekorten zijn en blijven groot. De toenemende automatisering en efficiency wegen immers niet op tegen de vergrijzing van de (beroeps)bevolking. Zonder arbeidsmigranten loopt de Nederlandse economie vast en kunnen uiteindelijk onze hulpbehoevenden niet meer verzorgd worden. Binnen de EU kent de arbeidsmarkt geen grenzen. Maar de overheid moet wel grenzen stellen aan uitbuiting, ondermaatse huisvesting en andere malafide praktijken. Dat vraagt om heldere regels en stringente handhaving.
Hardwerkende arbeidsmigranten verdienen een fatsoenlijke behandeling.
Maar ook de andere EU-landen vergrijzen en voor beroepen in cruciale sectoren, zoals gezondheidszorg en techniek, zal het nodig zijn om professionals van buiten de EU aan te trekken. Om grip te houden op deze vorm van arbeidsmigratie pleit Frank van Gool (CEO OTTO Work Force) voor de introductie van een 'Orange Card', ofwel een vakkrachtenregeling. Op die manier kan arbeidsmigratie van buiten de EU worden gereguleerd. De functionele toets is daarbij van groot belang.
De Orange Card is er alleen voor de tekorten in de cruciale beroepen. Tenslotte moet deze vorm van arbeidsmigratie ook circulair zijn. De internationale werknemers komen maximaal 5 jaar in Nederland werken, waarna zij hun opgedane kennis, vaardigheden en gespaarde salaris kunnen gebruiken in hun land van herkomst. Hiermee wordt de welvaart in het thuisland ook verbeterd.
De keuze is nu aan de politiek. We kunnen ervoor kiezen om de supermarkten niet meer te bevoorraden, groente en fruit niet meer te oogsten of pakketjes niet meer thuis te laten bezorgen. Maar de meeste Nederlanders zijn daar geen voorstander van. We willen voorkomen dat Nederland stilvalt. Wat wel helpt zijn betere regelgeving en handhaving, het zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en het introduceren van een Orange Card voor arbeidsmigratie van buiten de EU: gereguleerd, functioneel en circulair.