Scheidend ASML-CEO Peter Wennink mengde zich eind januari in het debat. Hij sprak ferme taal over het belang van arbeidsmigratie in ons land. Nederland kan niet zonder arbeidsmigratie en zal competitief moeten zijn om ook in de toekomst voor arbeidsmigranten aantrekkelijk te blijven. Deze ‘war on talent’ is een mondiale concurrentiestrijd en als we die verliezen in Nederland en in de EU dan gaat er veel van onze huidige innovatiekracht verloren. Als Nederland niet meer aantrekkelijk is voor kennismigranten, zo stelde hij, dan is ASML genoodzaakt om buiten ons land uit te breiden.
Het demissionaire kabinet reageerde vrijwel onmiddellijk. Samen met de regio Eindhoven wordt een forse impuls gegeven aan huisvesting en innovatie in de Brainport-regio.
Onlangs sprak Peter Wennink voor een groot gezelschap van bezorgde betrokkenen; werkgevers, onderzoekers, adviseurs, werkgevers- en werknemersorganisaties en wetenschappers. Nederland, zei hij, moet een verantwoordelijke samenleving zijn die zorgt voor de fatsoenlijke behandeling van arbeidsmigranten. Uiteraard faire beloning en goede huisvesting, maar ook toegang tot onderwijs en medische verzorging. De aanwezigen waren het roerend eens met dit wenkend perspectief. Maar daar bleef het niet bij. Vrijwel eenstemmig werd er geconstateerd dat er nu écht iets moet gebeuren en dat we niet moeten afwachten waar Den Haag mee komt. We moeten ons laten horen.
Niet alleen uitzendorganisaties zouden moeten wijzen op het belang van arbeidsmigratie en moeten pleiten voor het uitbannen van misstanden, maar ook grote inleners moeten zich roeren. In gesprek gaan met elkaar, met de vakbonden (er is meer dat ons bindt dan dat ons scheidt) en met de politiek. Voorbeelden aandragen, belangen schetsen, zorgen uiten, voorstellen doen. Niet afwachten, maar je uitspreken, het gesprek aangaan en duidelijk maken waar je voor staat. Peter Wennink heeft laten zien dat het werkt.